Wat humor precies is dat weet IWIH ook niet. Maar IWIH krijgt nogal eens commentaar op de stukken die hij schrijft. Sommige stukken zijn te pijnlijk om nog leuk te kunnen zijn, om andere stukken kan er niet worden gelachen. Soms vinden mensen een stuk geweldig totdat iemand anders zegt dat het stuk niet deugt en dan volgen ze pijlsnel de ander in zijn mening. Humor ten koste van anderen wordt ook wel leedvermaak genoemd. Wanneer iemand in een diepe plas stapt met als gevolg natte voeten, dan schijnt dat leuk te zijn. Maar als iemand zich te barsten valt met de fiets net voor een vrachtwagen, dan is lachen of een grapje vaak ongepast.
De ene lezer vindt een parodie op iets of iemand wel om te lachen, de andere lezer vat het op als een persoonlijke aanval en kan er zich heel druk om maken. Het uitvergroten van kenmerken bij groepen mensen vindt de ene lezer prachtig, omdat het hem een spiegel voorhoudt, de andere lezer voelt zich belachelijk gemaakt en ziet het als een belediging. Waar leggen we de grens? Mogen we alles maar roepen wat we willen of moeten we rekening houden met de ander. En moeten we dat met ieder individu of alleen als een grote groep mensen zich beledigd voelt?
Voor IWIH zit humor niet zozeer in het banale en het grove, maar veel meer in het absurde. Humor zit in het alledaagse, waar een onverwachte wending aan wordt gegeven of in verbanden die er eigenlijk niet zijn. Humor is in ieder geval vrij subjectief. Maar eigenlijk is humor gewoon voor de emotioneel zwakkeren, die de harde waarheid door middel van humor moeten verbloemen, omdat ze de waarheid anders niet kunnen dragen.