Het lijkt me wel weer eens de hoogste tijd voor een smakelijk recept hier op Ikwasinharen. Het kan nog net gezien de weersomstandigheden en dus gaan we vandaag voor een stevige maar uiterst smakelijke erwtensoep. Wie het wat hoog in de bol heeft zou kunnen zeggen dat het paupervoedsel is maar wij weten wel beter. Niks mis met een vrij eenvoudige hap snert voor een niet zo ingewikkelde werkman. Het begint allemaal de avond voor je deze overheerlijke soep gaat bereiden. Dan zet je de spliterwten te week  in precies de juiste hoeveelheid water zodat je de volgende dag meteen kan beginnen. Voeg wat zout toe, wat ze vroeger vooral deden om beestjes en eng ongedierte uit de groenten te krijgen, maar tegenwoordig zit dat er allemaal niet meer in dus doen wij het voor de smaak. De volgende dag ontsteek je het vuur onder je ruime pan met water en erwten en breng je het aan de kook. Als het een half uurtje bezig is gooi je er bv een ruime pond speklappen bij. Ander vlees mag ook als het maar van het varken is. Er zit een Wilders keurmerk op dit recept dus vandaar.  De moslims onder ons, hoi!, schakelen nu maar even over op een andere zender. De volgende keer mogen jullie gewoon weer mee doen.  Karbonade mag dus ook maar pas heel erg op met de botjes. Uit gemakzucht ga ik dus  meestal voor de speklappen maar hier moet je verder niet teveel achter zoeken. 1 bouillonblokje per liter water voor de smaak en wat kruidnagel, laurierblad en wat peper en zout. Nooit te zuinig met zout want dat kan een goed recept maken of breken. Een flauw gerecht is een mislukt gerecht zei mijn tante Gerda altijd voor ze werd opgenomen met een nieraandoening. Oud is ze er niet mee geworden maar dit terzijde. Snij ondertussen de groenten zoals prei, knolselderij, wortel en de ui in wat grove stukken. Niet al te fijn want al gauw krijg je dan een soort onsmakelijke apenkots wat niks meer met soep te maken heeft. Het hoeft niet, maar mag wel, als extra toevoegen een klein gesneden aardappel. En wat Worcestersaus want dat kan in geen enkel recept kwaad. Laat het hele zaakje weer een half uurtje koken en ga dan eens kijken hoever het zaakje al gaar is. In principe en in wezen mag je geen enkele hele erwt meer zien als je de brei met een houten lepel door elkaar roert. Dan neem je een fijne verse rookworst uit de koeling, dus niet van dat duistere merk met hun magere soorten want dat is dus echt troep. Snijdt die in plakjes en laat alles nog een kwartiertje of zo doorkoken. En dan ben je een bijzonder gelukkig mens want heb je een overheerlijke pan ouderwetse snert waar een paard de hik van krijgt of een liberaal het voor op een lopen zet als een hond voor betere arbeidsomstandigheden.