Democratische presidenten onder de loep: deel 12 – Lyndon Johnson

america-2025465__480Tegenwoordig hebben de Democraten radicale uithangborden als Rashida TlaibIhan Omar en Alexandria Ocasio-Cortez. Of de Dems daar nog zo blij mee zijn, is te betwijfelen. Wie er wel blij mee zijn, zijn de Republikeinen. Want op het toppunt van de identiteitspolitiek komen er ondertussen enkele nadelen bovendrijven van dit soort politiek. Zo’n Jarod Polis wordt alom geprezen homo te zijn, maar eigenlijk zit hij op het pluche omdat hij heel rijk is. En die Omar is heel schattig hoor, maar ze heeft als hobby joden haten. De homoseksuele Democraten zijn met Tammy Baldwin, Kyrsten Sinema, Mark Pocan, Mark Takano, Angie Craig, Sharice Davids, Katie Hill en Chris Pappas in getal de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Niet dat het geeft, wij leggen er geen nadruk op. Als ze kwaliteit leveren mogen zowel Democraten als Republikeinen best donkere dwergtransgenders zijn.

Het bruggetje van donkere dwergtransgenders naar de twaalfde Democratische president Lyndon Johnson (1963-1969) lijkt groot, maar dat is het niet. Johnson wordt gezien als de president die het meeste heeft betekend voor de zwarte bevolking van Amerika. Onder hem gingen de wetten Civil Rights Acts (opgezet door JFK) en Voting Rights Acts van kracht. Discriminatie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt waren nu officieel verboden. Ook mocht de zwarte bevolking naar de stembus en werd Robert Weaver de eerste zwarte Amerikaanse lid van de regering. Wat JFK niet lukte/gegund werd, lukte Johnson wel. Wat opviel was dat stokoude Democraten tegen die Civil Rights Acts stemden. De oude stempel van de partij was fel tegen, o.a. oud KKK-lid Robert Byrd. Diezelfde Byrd was weer een grote inspiratiebron voor en de mentor van Hillary Clinton, maar daar willen wij verder niks mee insinueren, want voor je het weet plegen we een mysterieuze zelfmoord en dat willen we natuurlijk niet.

Het beleid van Johnson was het definitieve omslagpunt wat betreft Democraten en Republikeinen. Vijf staten in het Zuiden liepen in de jaren onder Johnson over naar de Republikeinen. Niet omdat ze zozeer Republikein waren, maar omdat ze zich niet meer herkenden in de Democraten (lees oud slavendrijvende racistische segregatiepolitici van weleer). De oude garde van de DemoKKKraten werd definitief afgestoten en Johnson was een meester in die omslagpolitiek. De presidentsverkiezingen van 1964 won hij met gemak, omdat hij zijn opponent Barry Goldwater (eigenlijk een Democraat maar werd zogenaamd Republikein omdat hij een hekel had aan Johnson) afschilderde als iemand die alle sociale programma’s (lees gratis geld) uit de jaren ’30 zou schrappen. Wat Johnson ook als een van de eerste introduceerde waren wetten tegen milieuvervuiling. Johnson kan dus gekenmerkt worden als een typische Democraat die anno 2019 ook hoge ogen had gegooid. Neemt niet weg dat het sociale gelijkheidsballetje al lang en breed rolde voordat Johnson aan de macht kwam, die wetten waren hoe dan ook ondertekend, was het niet in 1964, dan wel in 1970 of desnoods in 1974. De eer was nou eenmaal aan Johnson en hij toonde zich de meester in het uitvoeren van de ware identiteitspolitiek. Onder Johnson werden Democraten Democraten zoals wij ze nu kennen. Het sociale gelijkheidsbeleid dat onder Franklin D. Roosevelt en zijn vrouw Eleanor werd ingezet, kwam een paar decennia later tot volle wasdom. Met uitwassen als zodanig; zoals leider van Nation of Islam Malcolm X.

De leider van Nation of Islam Malcolm X was zeer populair onder de islamitische zwarte bevolking. Malcolm X wilde gelijke rechten desnoods met geweld afdwingen en na zijn moord in 1965 braken er veel rellen uit. Ook in Europa was er veel opstand. Dat was nog geen strijd van kleur, maar meer een strijd van het naoorlogse volk tegen het vooroorlogs establishment. In mei 1968 waren er door heel Europa opstanden tegen het gezag. Het was het signaal voor de politiek om kleur te bekennen en je zag in Nederland de opkomst van bijvoorbeeld de anti-overheidspartijen als D66 (toen nog wel) en de Boerenpartij. Niet geheel toevallig werden in de jaren ’60 ook allerlei organisaties opgericht die betrekking hadden op natuur en milieu. Zo ontstond 1 maand voor de opstanden de Club van Rome. Niet dat wij hier verder iets mee willen insinueren, maar in ieder geval kwamen in die jaren allerlei wetenschappers, economen, gootkapitalisten, Bildenbergfiguren en pro-Europese samenwerkingsprofeten bij elkaar om te keuvelen over de stand van de wereld en hoe ze daar geld aan kunnen verdienen hoe ze met die bijeenkomsten het milieu zouden kunnen redden.

Johnson was een van de eerste presidenten die beleid maakte m.b.t. het milieu, natuur en klimaat. Gezien die wereldwijde ontwikkelingen en het beleid van Johnson lag het in de lijn der verwachting dat er wederom een Democraat in het Witte Huis gekozen zou worden, zeker na de moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy en met de nieuwe stempotentie die de zwarte bevolking met zich meebracht. Het scheelde heel weinig of het was zo geweest. Hubert Humphrey verloor in 1968 zeer nipt (0,7 procent) van Richard Nixon. Later werd verklaard dat Nixon door een ‘populistische rechtse tegenbeweging’ aan de macht was gekomen. De Republikeinen voelden zich genoodzaakt tegenpolitiek te bedrijven (anti-identiteitspolitiek) en werden dus rechts gelabeld en dat maakte de Democraten automatisch links. De omwenteling was compleet.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s