
Jantje vraagt een bal, Jantje krijgt een bal, Jantje gaat dood. Mijn hemel wat een smart. Vader drinkt, zoontje vraagt vader drink niet meer, vader slaat zoontje helemaal kapot. Moeder weer janken. Mijn hemel, wat een D66-leven. Smart XL, dat is het. En ook wij dachten heel vaak dat de Zangeres Zonder Naam een beetje een lala-zangeres was. Al haar cd’s liggen namelijk naast het lala-repetitor van Vader Abraham. Maar dat is niet zo, haar muziek heeft meer diepgang dan alle Amerikaanse bagger van tegenwoordig. Verdomd als het niet waar is. Vooral dat prachtige nummer ‘Het was maar een neger’. Zeer confronterend, want heel Nederland liet in de jaren 60 alle negers gewoon in de kou staan, vuile racisten dat we zijn. Het is eigenlijk een anti-racismeliedje, een pro-negersong, maar omdat het woord neger in de titel staat, vindt men het lied in Nederland een KKK-lijflied. De treurnis der Nederlandse bekrompenheid. Zangeres Zonder Naam, onthoud die naam. Zij is – geloof het of niet – door Gerard Reve – Reve nota bene – bestempeld als kunst, als mooi, als directe emotie van de bovenste plank. En hoe kunnen we de grootste Nederlandstalige schrijver tegenspreken? Nee, dat doen we niet. Smartlappen zijn onderdeel van de Nederlandse cultuur, vandaar dat ze in slecht daglicht staan. De Nederlandse gipsysound zorgde voor emotionele verbinding, voor een nationalistisch gevoel onder het Nederlandse volk, vandaar dat het kapot moest. Zangeres Zonder Naam is onderdeel van de kern van de Nederlandse identiteit, van Neerlands bloed. Aan de blanke top der duinen behoort de Zangeres Zonder Naam voor altijd te zingen.